Materiaal gebruik: Op deze pagina vindt u tips voor het gebruik van acrylverf. Er komen verschillende verftechnieken aan de orde en tips over het onderhoud van penselen.
Tips voor gebruik en onderhoud van penselen en palet;
Nieuwe penselen moeten eerst een paar uur in een pot met water weken om zacht te worden.
Bewaar ze liggend in een penselen matje. Een rieten placemat met een elastiek erdoorheen geweven dient daar goed voor.
Is de penseel niet meer goed van vorm; hou de penseel in een pannetje met kokend water en hij komt weer in model. Werkt deze truc niet: gooi het penceel weg en koop een nieuwe om ergernis te voorkomen.
Probeer ook eens andere materialen; zoals palet-mesjes, rollertjes of sponzen.
Te veel verf dep je makkelijk weg met gewoon keukenpapier of een oude handdoek, die vochtig gemaakt is.
Gebruik een grote pot water en ververs het op tijd; anders worden de kleuren troebel (smerig).
Palet: Gebruik als palet iets wat je af kunt schrapen. Was je palet niet met dikke klodders verf af onder de kraan; acrylverf is een soort plastic en als het opdroogt, kan de afvoer verstoppen.
Zelf gebruik ik een plastic palet. Zit er nog bruikbare verf op, dan dek ik het palet af met huishoudfolie. Zo blijft de verf erg lang goed. Ik laat het palet opdrogen en schraap de verf er af.
Techniek: Mijn schilderijen zijn gemaakt met acrylverf. Ik werk meestal met verschillende dunne lagen over elkaar heen (glacies werken).
Sommige schilderijen hebben wel meer dan 10 lagen over elkaar heen. Dit doe ik om zo diepte te krijgen in de huid en de ogen, bij een portret.
Werk je met dunne lagen over elkaar heen; dan is het belangrijk om te zorgen dat de geverfde laag droog is, voordat je er weer over heengaat met een nieuwe laag. Een föhn kan uitkomst bieden en je manier van werken versnellen. Let op: Is de laag waar je overheen wilt gaan nog te nat; dan poets je de onderste laag weg.
Het is goed om verschillende technieken uit te proberen. Dit kun je doormiddel van kleine proefjes doen.
Je kunt hierin oefenen met penceel hantering, verschillende materialen en kleurgebruik en kleurwerking. Ook kun je oefenen met verschillende verflagen en structuren over elkaar heen. Hieronder enkele proefjes van cursisten.
Patronen: Behalve met het werken met structuur, kun je ook werken met patronen.
Deze kun je zelf met de verf maken of je kunt gebruikmaken van karton/behang, waar patronen op gedrukt zijn en deze verwerken in je schilderij.
Hieronder zijn een paar voorbeelden te zien waarin ik “papierpatronen” verwerkt heb in combinatie met andere verftechnieken.
Je kunt de materialen ook afdrukken, zie hieronder.
Sjablonen: Een sjabloon is een uitgeknipte vorm die je gebruikt als vorm om in te kleuren. Je kunt het uitgeknipte deel ook gebruiken om te stempelen of om als vorm in je afbeelding te plakken.
Een sjabloon kun je ook in spiegelbeeld en meerdere keer gebruiken als je hem van wat dikker karton maakt.
Het gebruik van sjablonen geeft een strakke omlijning van wat je wilt schilderen. Ook kun je sjablonen gebruiken om voor herhaling van hetzelfde figuur/patroon in je werk.
Klik hier voor de tutorial gebruik sjablonen op YouTube
Het uitgeknipte vogeltje heb ik in de afbeelding geplakt.
De sjabloon heb ik in spiegelbeeld gebruikt voor het vogeltje en heb deze oranje ingeschilderd. Hieronder een voorbeeld met vleermuizen.
Print de kleurplaat op wat dikker papier af (mat fotopapier). Let op bij het uitknippen dat je ook het papier zoveel mogelijk heel laat: deze ga je gebruiken als sjabloon. Je kunt deze delen met plakband weer aan elkaar vast maken.
De uitgeknipte vleermuizen schilder je met water verdunde verf in. Daarna plak je deze op en de sterretjes kun je met witte of lichtgele verf opbrengen zodat de voorstelling iets vrolijker oogt.
Voor de leeuw heb ik een sjabloon gebruikt.
Tijdens het inschilderen heb ik verschillende kleuren gebruikt.
Klik hier voor de tutorial gebruik sjablonen op YouTube
Toevoegen materialen: Naast mijn portretten, maak ik ook ander werk; Dieren en landschappen hebben mijn voorkeur als onderwerp.
Ik probeer in dit werk nieuwe kleurstellingen uit en werk meer met andere materialen, zoals behang en zand en pasta’s.
Ik heb voor de kat gekozen omdat ik wil experimenteren met de kleur zwart; zonder zwarte verf te gebruiken.
- Perspectief: Met behulp van hulplijnen naar verdwijnpunten kun je makkelijker gebouwen landschappen in het juiste perspectief tekenen: Dit heet lijnperspectief. Kikvorsperspectief (van onderaf gezien) vogelvlucht perspectief (van bovenaf gezien).
- Atmosferisch perspectief (kleuren naar de achtergrond worden vager en lichter).
- Verkleining: Iets is groot op de voorgrond en wordt steeds kleiner naar de achtergrond toe.
- Kleur: sommige kleuren (warme kleuren eisen meer de aandacht en springen meer in het oog dan koele kleuren. Zet warme heldere (pure) kleuren aan de voorkant: waarvan geel de sterkste kleur is en zet koele kleuren in de achtergrond. Hoe meer je koele keuren vertroebelt; des te meer zullen ze op de achtergrond blijven. Dit principe gebruik je ook bij atmosferisch perspectief.
- Afsnijding: Door iets af te beelden wat buiten de rand van je papier/doek lijkt verder te gaan, suggereer je meer ruimte buiten het kader van je doek.
- Overlapping: door voorwerpen deels over elkaar heen te plaatsen; suggereer je ruimte (denk aan het principe van een kijkdoos).
- Structuurverschil: Gebruik grotere structuren op de voorgrond en kleinere structuren op de achtergrond. Door een groter (afgekapt voorwerp op de voorgrond te zetten suggereer je meer diepte.
- Klik hier voor een abonnement op mijn Youtube kanaal: voor filmpjes over dieptewerking, kleuren mengen en perspectief en nog meer inspirerende filmpjes
- Klik hier voor de onlinecursus aquarelschilderen. Je betaalt eenmalig 25 euro en ontvangt een link waarop je de lessen kunt kijken wanneer je wilt en zo vaak als je wilt.